André van Stigt

Architect André van Stigt is geboren op 10 augustus 1959 te Amsterdam. Van Stigt valt op in de vastgoedwereld omdat hij zich als architect vooral bezighoudt met de herontwikkeling van oude monumenten. Interesse voor architectuur is hem met de paplepel ingegoten aangezien zijn vader, Joop van Stigt, een gerenommeerd architect was. In 1977 haalde Van Stigt jr. zijn atheneumdiploma aan het St. Ignatius College in Amsterdam. Hoewel de kunstgeschiedenis hem ook zeer interesseerde begon Van Stigt datzelfde jaar nog aan de Technische Universiteit Delft. In 1981 studeerde hij daar af en werd daarmee ‘master of architecture’. André van Stigt is getrouwd met Jet van den heuvel. Zijn hobby’s zijn hardlopen en lezen; hardlopen doet hij zeker twee keer per week, maar lezen alleen wanneer daar tijd voor is in zijn drukke bestaan als architect.

Vader en zoon

André van Stigt kwam in 1981 al op jonge leeftijd in dienst bij het architectenbureau van zijn vader. Joop van Stigt startte het architectenbureau J. van Stigt dat zich specialiseerde in restauratiewerkzaamheden in 1962. Geheel in de traditie was het pand gevestigd in een oud Vingboons pand uit 1665. Samen met zijn vader was André van Stigt betrokken bij succesvolle herontwikkelingsprojecten als de Oranje Nassaukazerne en het Entrepotdok. Voor het laatstgenoemde project werd de Europa Nostra prijs en de Nationale renovatieprijs gewonnen. Het pakhuizencomplex bij de Entrepotdok in Amsterdam is door vader en zoon omgetoverd tot woon- en werkruimte met een fietsdoorgangsroute die ervoor zorgt dat fietsers naar de oostelijke eilanden daar een stuk sneller kunnen komen dan voorheen. Een project als deze past dan ook perfect bij het belang dat Van Stigt hecht aan de maatschappelijke meerwaarde van het redden van een monument. Hetgeen waarop Van Stigt het meest gericht is bij zijn renovatiewerk is de haalbaarheid, plannen moeten ook echt realiseerbaar zijn.

Gerenommeerd architect

Na meer dan tien jaar in dienst te zijn geweest bij J. van Stigt, wordt het bedrijf in 1999 overgedragen aan André van Stigt. Onder zijn leiding worden bijvoorbeeld het Amsterdams Lyceum, het Groot Handelsgebouw in Rotterdam en de graansilo’s aan de Silodam in Amsterdam getransformeerd. Er zijn echter twee projecten die Van Stigt het meest dierbaar zijn, namelijk het Olympisch Stadion en De Hallen Amsterdam. Het Olympisch Stadion zou eigenlijk gesloopt worden, maar net daarvoor kreeg Van Stigt de kans er nog één keer naar te kijken. Met succes, want in 1997 mag zijn bureau beginnen aan de renovatie van het stadion. Er werden een atletiekstadion, kantoorruimtes, horeca en parkeerruimte in gerealiseerd. In januari 2013 begint Van Stigt aan de bouw van De Hallen Amsterdam in een oude tramremise. Dit project is misschien wel hét paradepaardje van André van Stigt. De oude tramremise wordt gered door stichting TROM die optreedt als ontwikkelaar en toekomstig beheerder. Van Stigt wordt de architect die een plan moet uitwerken voor het pand. Zijn plan voor De Hallen is al de vierde poging om de tramremise te redden, maar de eerste die voldoende draagvlak biedt. In 2014 wordt het gebouw geopend door burgemeester Eberhard van der Laan. In het enorme gebouw is een cultureel centrum te vinden, zo zijn er onder andere een bioscoop, bibliotheek en theater gevestigd. In 2014 wint Van Stigt de IJ-prijs voor de bijdrage die zijn projecten hebben aan het historisch karakter en de internationale allure van Amsterdam. Volgens de jury draagt hij op deze manier bij aan de economische ontwikkeling van de stad. Na al wat Van Stigt al heeft bereikt, blijft hij dromen, zo ziet hij zichzelf vanaf zijn 63e tot 70e jaar stadsbouwmeester worden, maar alleen onder de juiste omstandigheden.